woensdag 8 mei 2013

Motie van Treurnis

De oppositie GBK, PvdA en Oke dienen motie in van treurnis.
Met de bekendmaking van het College van B&W Koggenland dat in zijn memo van 1 mei 2013 aangeeft, dat er foutieve boeking van de rentelasten in de begroting 2013 ten bedrage van € 423.428.- heeft plaatsgevonden met dien verstande dat er en last van dat bedrag begroot had moeten worden, maar abusievelijk een opbrengst  werd begroot.

Los van alle andere factoren daarmee een min post van € 846.856.- op de budgettaire ruimte is ontstaan, overwegen de partijen, dat klaarblijkelijk de coalitiepartijen eerder dan de andere partijen in de Raad, door het college werden
geïnformeerd over dit betreurenswaardige feit. Dat blijkbaar de controlesystemen het toelieten dat een dergelijke fout kon worden gemaakt en dat het aan de Raad niet duidelijk was, althans niet inzichtelijk was gemaakt, dat een dergelijk bedrag werd begroot, die ware het aan de Raad duidelijk geweest, ongetwijfeld tot kritische vragen hadden geleid, omdat de Raad op de hoogte is van beschikbare liquiditeiten en een dergelijk begrote opbrengst niet in overeenstemming is met de liquiditeiten.
De genoemde partijen spreken hun treurnis uit over de manier waarop het college is omgegaan met de informatieplicht door een week voor het Presidium de coalitiefracties al te informeren over deze feiten en over het feit dat klaarblijkelijk een dergelijke fout gemaakt kan worden en niet binnen een zeer korte termijn werd ontdekt.

Daardoor dragen de inbrengers van deze motie van treurnis het college en in het bijzonder de wethouder van financiën op, om per direct de structuur van de interne controles op de begroting zodanig aan te passen dat herhaling van een dergelijke fout onmogelijk wordt. Tevens eist de oppositie om met directe ingang maatregelen te nemen teneinde het negatieve effect van deze fout op de budgettaire ruimte te minimaliseren.

Het college geeft volmondig toe dat deze grote fout is gemaakt en zal alles in het werk stellen om herhaling te voorkomen, echter geeft zij wel aan dat door de bezuigingsopdracht  van de raad (lees hier de coalitiepartijen) op de formatie zijn sporen achterlaat. Voor GBK, Oke en de PvdA is dit geen reden om de verantwoordelijkheid die men heeft te nemen om de kwaliteit te borgen. Deze partijen hebben niet zozeer op deze opdracht aangedrongen, maar op een verantwoordelijke bezetting waarbij de kwaliteit geborgd zou blijven. Indien hier niet aan kan worden voldaan, is het aan  het college hier de Raad op te attenderen.
Wordt vervolgd in de commissie middelen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Archief